Een belangrijk thema bij de gemeenteraadsverkiezingen dit jaar: de woningnood. Welke creatieve oplossingen hebben gemeenten voor het terugdringen van dit tekort? En wat kunnen de gemeenten van elkaar leren in de aanloop naar de verkiezingen?

Van Den Helder tot Rotterdam: Zelfwoonplicht

Amsterdam is zonder meer de stad met het grootste woningtekort in ons land. Er is sprake van een tekort van tienduizenden woningen. Hoe wil de gemeente dat aanpakken? Een van de voorgestelde oplossingen is de zogenaamde zelfwoonplicht. Met ingang van 1 april van dit jaar wordt het voor huizenkopers in Amsterdam verplicht om hun gekochte huis zelf te gaan bewonen, als de woning een WOZ-waarde heeft tot € 512.000. De eerste vier jaar na aankoop mag de woning niet verhuurd worden. De zelfwoonplicht gaat gelden voor de hele stad. En niet alleen Amsterdam gaat het experiment aan. De zelfwoonplicht, die bedoeld is als opkoopbescherming, zal ook gaan gelden in Den Helder (waarschijnlijk tot € 250.000) en in Arnhem (tot € 325.000) mogen woningen niet meer opgekocht worden om vervolgens te verhuren. In Rotterdam is soortgelijk beleid.

Water is en blijft onze vriend

Voor steden aan groot water is er wellicht nog een oplossing: eilanden opspuiten om daarop woonwijken te bouwen. In de Amsterdam is IJburg gecreëerd. IJburg ligt aan de oostkant van de stad en bestaat uit 6 eilanden waarop ongeveer 20.000 woningen voor 50.000 bewoners worden gebouwd. De eerste fase met Steigereiland, Rieteiland en Haveneiland is bijna klaar. De tweede fase is nu in ontwikkeling en bestaat uit Centrumeiland, Strandeiland en Buiteneiland.

Suburbanisatie op termijn?

De krapte op de woningmarkt is zeker niet voorbehouden aan de grote steden en stedelijke gebieden. Ook kleinere en meer provinciaal gelegen gemeenten zuchten in toenemende mate onder een woningtekort. Zij zien zich echter voor een dilemma gesteld: prognoses wijzen erop dat een substantieel deel van deze gemeenten, onder andere vanwege vergrijzing, op termijn zal krimpen. Nu bijbouwen kan tot leegstand leiden als de bevolking van de gemeente krimpt. Er wordt in verschillende van dit soort gemeenten daarom geëxperimenteerd met flexibele woonvormen.

Het gaat hierbij om flexwonen, een concept dat bedoeld is voor woningzoekenden die snel een woning nodig hebben. Het gaat dan bijvoorbeeld om woningen in tijdelijke gebouwen of locaties. Het kan echter ook gaan om permanente gebouwen waar de bewoners elkaar relatief snel opvolgen.

Tijdelijke woonruimtes

In de Achterhoek is een project opgezet speciaal gericht op starters. De Achterhoekse Wooncoöperatie bedient tachtig dorpen en buurtschappen en in de omgeving kunnen zogenaamde ‘Uuthuuskes’ worden geplaatst. De betrokken gemeenten plaatsen deze huisjes en ze worden verhuurd op basis van tijdelijke contracten. De coöperatie wijst de Uuthuuskes toe en wel aan inwoners van de regio tot 28 jaar die een sociale binding hebben met de betreffende gemeente.

Een ander voorbeeld van tijdelijke woonruimte is te vinden in Ell in Midden-Limburg, dat valt onder de gemeente Leudal. Daar wordt in samenwerking met de dorpsgemeenschap en de woningcorporatie een woongemeenschap voor senioren en jongeren gerealiseerd in een voormalig buurthuis. In het Brabantse Bergeijk wordt de bestaande woningvoorraad innovatief gebruikt: er wordt tijdelijke bewoning van bijvoorbeeld garages of tuinhuizen toegestaan en er worden woningen gesplitst.